Inschrijven voor de eerstvolgende F-proeven (onder voorbehoud van het aantal beschikbare starts).
26 mei 2024 is vol.
Bij de FNRS dressuurwedstrijden is officiële wedstrijdkleding verplicht:
a. Cap CE-EN 1384 gekeurd (ook verplicht bij het losrijden)
b. Rijjasje + plastron/stropdas + witte blouse + witte handschoenen + witte rijbroek (= compleet wedstrijdtenue)
c. Witte handschoenen
d. Rijlaarzen, rubber of leer of Jodphurschoenen in combinatie met minichaps (zonder franjes).
Lees in het wedstrijdreglement meer over andere eisen voor bijvoorbeeld de zweep, hulpteugels en beenbescherming.
Een paar dagen voor de wedstrijd is de startlijst klaar. Die vind je dan op de website. Je ziet dan wie er op welke pony start. Je kunt dan samen met andere ruiters afspraken maken over de verzorging van de pony. Bij de proeven is de pony altijd tot in de puntjes verzorgd: helemaal schoon en de manen gevlochten. Weet je niet hoe dat moet? Vraag dan aan de andere ruiters om het samen te doen en het je te leren. Het poetsen van de pony doe je ruim voordat de eerste ruiter op die pony start. Neem alles mee: je kleding, schoenen, cap, haarnetje en handschoenen. En vergeet ook je poetsspullen, elastiekjes voor de vlechtjes én je ruiterpaspoort niet!
Op de dag van de wedstrijd zorg je dat je er minstens een uur voor je eigen starttijd bent. De tijd op de startlijst kan op de dag zelf nog veranderen. Het kan door omstandigheden uitlopen of inlopen. Bij de inrijbak is altijd iemand die je dat kan vertellen. Wees op tijd gereed en wees flexibel. Afhankelijk van de beschikbaarheid van de pony kun je vooraf even inrijden. Doe dat rustig en maak je pony niet te moe. Houd ook rekening met de andere ruiters: ook zij willen een frisse pony die er ook na drie ritjes nog netjes uitziet. Draag de pony daarom altijd netjes over aan de volgende ruiter.
Afzadelen
De laatste ruiter zet de pony weer op stal. De knotjes haal je direct uit de manen, het zadel en hoofdstel ruim je schoon op.
Beoordeling
De onderdelen in dressuur worden gewaardeerd van 0 tot en met 10. 0. = niet uitgevoerd 1. = zeer slecht 2. = slecht 3. = tamelijk slecht 4. = onvoldoende 5. = matig. 6. = voldoende 7. = tamelijk goed 8. = goed 9. = zeer goed 10. = uitmuntend.
Een vergissing in de proef wordt bestraft: - 1e maal = 2 punten aftrek - 2e maal = 4 punten aftrek (totaal –6) - 3e maal = 8 punten aftrek (totaal –14) - 4e maal = uitsluiting. Gang- of overgangsfouten zijn geen vergissingen in de proef maar komen in het betreffende cijfer tot uitdrukking.
Prijsuitreiking
Na afloop is er een prijsuitreiking. Je ontvangt dan je protocol. Daar staan alle onderdelen van je proef op met je cijfers. Als je meer dan 210 punten hebt, krijg je een 'promotiepunt'. Je persoonlijke puntenaantal is voor jou het meest belangrijk. Daarnaast krijgen de beste ruiters in iedere categorie ook een prijs. Dat is natuurlijk ook leuk! Het aantal prijzen per categorie is afhankelijk van het aantal deelnemers en van de hoogte van de scores.
Meer over de niveaus
Elk niveau start je minimaal 2x. Je mag door naar een hoger niveau als je voldoende 'promotiepunten' (je puntentotaal is dan hoger dan 210, gemiddeld een 6 of hoger per onderdeel) hebt behaald en je instructeur aangeeft dat je door mag. In je ruiterpaspoort houden wij voor je bij wat je rijdt.
F1 t/m F2
De eerste F Proeven bestaan uit stap en draf, zonder galop. Dit zijn de proeven voor de ruiters die net beginnen met de F Proeven. In de F2 wordt bijvoorbeeld ook gevraagd naar het correct
van je paard afstijgen.
F3 t/m F4
Vanaf de F3 moet je ook galopperen in de proeven en wordt het lichtrijden op het verkeerde been beoordeeld. Je gaat dus in de lessen voorafgaand aan het bovenvermelde niveau goed oefenen of
je dit al kunt. In de F3 is ook het onderdeel “de teugels langer laten worden” nieuw.
F5 t/m F7
Enkele passen middendraf, halsstrekken, doorzitten en middenstap zijn nieuw. De F Proeven krijgen in iedere proef nieuwe, moeilijkere oefeningen. Zo moet je nu bijvoorbeeld sommige figuren
helemaal doorzitten.
F8 t/m F10
Vanaf de F9 is ‘constante verbinding’ een apart punt waarop je wordt beoordeeld door de jury. Als je met je beenhulpen je paard actief houdt, zoekt hij zelf contact met jouw hand, omdat hij
er vertrouwen in heeft dat dit geen pijn doet. Dit heet ‘aanleuning’.
F11 t/m F12
Wijken is een nieuw onderdeel in deze proeven. In de F11 is het wijken in stap en in de F12 moet je dit in draf laten zien. Tevens moet je in de galop enkele passen de galop verruimen. Deze
onderdelen zijn moeilijk en staan compleet beschreven in het handboek “Leer paardrijden met plezier”.
F13 t/m F20
Vanaf de F13 worden alle oefeningen moeilijker, zoals volte 15 meter in galop, achterwaarts, schoudervoor, contragalop en schouderbinnenwaarts. Deze oefeningen vergen veel oefening van jou en
je instructeur. De handboeken “Leer paardrijden met plezier” en “Beter paardrijden met plezier” kunnen je heel goed ondersteunen in deze hogere proeven.